In het kort
- Soort: Adders | Viperidae
- Namen: (NL) Adder | (LA) Vipera berus | (EN) European Adder
- Actief: Maart tot en met oktober.
- Habitat: Vochtige heidevelden, veenmoerassen, bosranden, open plekken in bossen en duinen. Vaak in gebieden met een afwisseling van zonplekken, schuilplaatsen (dood hout, dicht struweel) en open water.
- Status: Zeldzaam (NL) Strikt beschermd (Wet Natuurbescherming), Kwetsbaar (Rode Lijst). In Europa: Beschermd (Bern-conventie).
- Voorkomen: Komt voor in een zeer groot deel van Europa en Azië. In Nederland is de Adder lokaal te vinden op de zandgronden (Veluwe, Drenthe, Overijssel), en in veengebieden. De populaties zijn vaak gefragmenteerd en staan onder druk.
Korte omschrijving:
De Adder (Vipera berus) is de enige giftige slang van Nederland. Het is een middelgrote (tot 90 cm), vrij stevig gebouwde slang. De kleur varieert van grijs tot bruin, roodbruin of zelfs geheel zwart (melanisme). Het meest kenmerkende is de donkere zigzag- of golfband op de rug, die vaak goed zichtbaar is. De kop is duidelijk driehoekig en breder dan de hals. De pupillen zijn verticale spleten. Jonge Adders zijn vaak roodbruin met een duidelijke zigzag. Ze zijn schuw en bijten zelden, tenzij ze zich bedreigd voelen.
Fotografie van de Adder
Het fotograferen van de Adder (Vipera berus) is een fascinerende ervaring, maar vereist respect en voorzichtigheid, aangezien het de enige giftige slang van Nederland is. Ze zijn prachtig gecamoufleerd en perfect aangepast aan hun habitat in heide- en veengebieden. Veiligheid staat altijd voorop.
In Nederland zijn Adders te vinden op specifieke locaties op de Veluwe, in Drenthe, Overijssel en in de duinen. De beste kansen om ze te zien zijn in het vroege voorjaar, wanneer ze na de winterslaap uit hun schuilplaatsen komen om te zonnen en op te warmen. Ze liggen vaak op open, zonnige plekken zoals zandpaden, boomstammen of onder dichte vegetatie. Houd altijd gepaste afstand en observeer ze rustig.
Bij het fotograferen is het belangrijk om hun unieke kenmerken vast te leggen: de karakteristieke zigzagtekening op de rug (hoewel deze bij melanistische exemplaren afwezig kan zijn), de verticale spleetpupillen en de driehoekige kop. Een lage camerahoek kan helpen om de slang indrukwekkend in beeld te brengen. Gebruik een telelens om voldoende afstand te bewaren, zowel voor je eigen veiligheid als voor die van de slang. Verstoor de dieren nooit en laat ze altijd een vluchtroute hebben.
