In het kort
- Soort: Pantserjuffers | Lestidae
- Namen: (NL) Noordse winterjuffer | (LA) Sympecma paedisca | (EN) Siberian Winter Damselfly | (DE) Sibirische Winterlibelle
- Vliegtijd: De vliegtijd is bijzonder: de juffers vliegen van eind juni tot in oktober, overwinteren als imago (volwassen dier) en vliegen vervolgens weer van maart tot in mei. Piek in juli-augustus en april-mei.
- Habitat: De Noordse winterjuffer plant zich voort in petgaten en sloten binnen laagveenmoerassen, waar vaak lisdodde en riet aanwezig is. Ook plassen met een brede rietkraag of andere laagveenachtige vegetatie dienen als geschikt voortplantingshabitat. Voor de overwintering zoeken deze juffers beschutte plekken op, zoals heidevelden met pijpenstrootje.
- Status: Zeer zeldzaam (NL), algemeen (EU)
- Voorkomen: In Nederland zeer zeldzaam. Algemener in Centraal- en Oost-Europa, zoals Duitsland (oost), Polen, de Baltische Staten, Finland en Rusland. Komt ook voor in delen van Azië.
Korte omschrijving:
De Noordse winterjuffer is een middelgrote juffer, van 36-39 mm lang, met een bronskleurig lijf en transparante vleugels. Kenmerkend is dat deze soort als volwassen insect overwintert, wat ongebruikelijk is voor Europese libellen. Hij is nauw verwant aan de Bruine winterjuffer, maar te onderscheiden door subtiele kenmerken van de achterlijfsaanhangsels en de borststuktekening.
Fotografie van de Noordse winterjuffer
De Noordse winterjuffer (Sympecma paedisca) is een fascinerende soort om te fotograferen, juist vanwege zijn unieke levenscyclus. In deze blog, 'Winterjuffers zoeken' staat een kort verslag van de zoektocht naar winterjuffers. De uitdaging ligt in het vinden van deze schuwe juffer, vooral in Nederland waar de populaties zeer lokaal en kwetsbaar zijn. Vaak tref je ze aan in dichte, vochtige vegetatie, waar ze perfect gecamoufleerd zijn. Het 's nachts koudere weer in het voor- en najaar maakt het mogelijk om ze slapend aan te treffen, wat fantastische macrokansen biedt.
In de zomermaanden (juli-augustus) zijn de vers uitgeslopen exemplaren nog fris van kleur. Naarmate ze de winter naderen, worden ze donkerder. Omdat er in de winter verder weinig tot geen insecten te vinden zijn is dit een perfecte soort om te gaan zoeken. Al is dat wel een hele grote uitdaging. Het is letterlijk zoeken naar een speld in een hooiberg. Maar als je ze eenmaal hebt gevonden dan heb je alle tijd om ze te fotograferen want wegvliegen kunnen ze niet. Elk jaar weer ga ik naar winterjuffers zoeken en ben dan weer onder de indruk hoe zo'n fragiel beestje helemaal kan "bevriezen" om in het voorjaar weer gewoon weg te vliegen.
Doordat ze een soort "antivries" in hun lijfjes hebben kunnen ze temperaturen van 15 graden onder nul overleven. Zoals op verschillende foto's hieronder te zien is, zie je dat ze soms helemaal bedekt zijn met een dikke laag ijs/ rijp. Dat maakt het zo fascinerend!
